
Het is een uitdaging om concreet te worden met mensen die vooral gewend zijn abstract te werken.
Ook meer kennis op directieniveau nodig
Vorig jaar gaven we in opdracht van het Nationaal Archief de Mastercourse Open Data voor lokale en regionale archivarissen. Vanwege onze enthousiaste en praktijkgerichte aanpak vroeg het Nationaal Archief ons een zelfde Mastercourse ook voor de eigen directie en MT-leden te organiseren. Op die manier ontstaat op directieniveau een breder gedragen begrip van de rol van open data voor het Nationaal Archief, en kunnen bestaande en geplande open data inspanningen beter strategisch worden ingebed.
Via vier ateliers naar een plan voor 2018
In vier ateliers verbinden we open data aan de belangrijkste taken en context van elke deelnemend directielid. In het eerste atelier staan de eigen actuele uitdagingen voor komend jaar centraal, en plaatsen we open data in die context. Het tweede atelier kijkt in detail naar het huidig bereik en netwerk van het Nationaal Archief, en de vraag hoe open data nieuwe verbindingen met spelers legt, en bestaande relaties kan activeren. Dat alles wordt vertaald naar de plannen die nu voor 2018 worden geformuleerd. Zo krijgen de inzichten uit de Mastercourse meteen een plek in de sturing van de organisatie. De bestaande open data werkgroep binnen het Nationaal Archief neemt deel om de brug naar de praktijk te helpen bouwen, en vormen ‘buddies’ voor de directieleden bij het formuleren van plannen.
Concreet worden met abstracten is een uitdaging
De oorspronkelijke Mastercourse was gericht op mensen in de uitvoering, en dan is het niet heel moeilijk dicht tegen de dagelijkse praktijk van de deelnemers aan te kruipen. Op directieniveau zijn de taken abstracter, en ligt de uitvoering van besluiten elders. Om dan toch een programma te formuleren dat directe waarde heeft in het dagelijks werk van de deelnemers is de uitdaging.
Deze opdracht wordt uitgevoerd in opdracht van het Nationaal Archief door Frank Verschoor, Ton Zijlstra en Johan Lise.